Naar verwachting zal het aantal robots in de gezondheidszorg flink toenemen. De veronderstelling is dat de zorgrobot het personeelstekort kan verlichten, handelingen vereenvoudigen of de zorg goedkoper maken.
Dit klinkt mooi, maar de praktijk is vooralsnog anders, constateert Maroeska Rovers, hoogleraar Medische technologie en innovatie aan het Radboudumc en wetenschappelijk directeur van het TechMed Centre van de Universiteit Twente. Robots in de zorg worden nog te vaak als technisch snufje benaderd. Ze pleit daarom voor een andere manier van innoveren, waarbij in iedere fase van de ontwikkeling van een robot de toegevoegde waarde voor zowel zorgverlener als patiënt en maatschappij centraal staat.
Raamwerk robotinnovatie
Deze integrale benadering vormt de rode draad van een nieuw raamwerk, ontwikkeld door het internationale IDEAL Colloquium. Hierin staan richtlijnen en tips voor iedereen die zich bezighoudt met robotinnovaties in de zorg.
Een toelichting op dit raamwerk is recent verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Medicine, met onderzoekers van het Britse UCL als hoofdauteurs. Het onderzoek belicht innovatieve benaderingen voor de evaluatie van chirurgische robotica in een vroeg stadium van hun ontwikkeling. Volgens de onderzoekers bevordert dit de integratie in de dagelijkse klinische praktijk.
Aanmoediging
Rovers en haar collegae van Radboudumc hebben de Nederlandse bijdrage voor hun rekening genomen. “Met dit framework willen we iedere innovator in de zorg aanmoedigen goed na te denken over robotinnovaties in de zorg”, legt ze uit. “De gezondheidszorg moet efficiënter, duurzamer en toegankelijker worden. Innovaties zoals monitoring op afstand en robotica kunnen de zorg verbeteren en het personeelstekort verminderen. Maar hierbij is zorgvuldige ontwikkeling en implementatie essentieel, met aandacht voor de behoeften van patiënten en samenwerking tussen alle belanghebbenden.”
Vier perspectieven
Om alle betrokkenen tijdig bij het proces te betrekken, belichten de onderzoekers in het artikel vier perspectieven: het apparaat, de zorgverlener, de patiënt en het systeem. Voor elk perspectief leveren zij concrete tips en handvatten aan. Bij de evaluatie van het apparaat, bijvoorbeeld, moeten ontwikkelaars zich afvragen wat de toevoeging van kunstmatige intelligentie betekent. Verandert dat de huidige evaluatiemodellen omdat de evaluatie continu zal zijn?
Ethische uitdagingen
Waar het gaat om de zorgverleners stellen de onderzoekers dat het van belang is dat verwachtingen over de ergonomische voordelen van robots voor chirurgen moeten worden gevalideerd. Ook moet de leercurve van chirurgen worden meegenomen. Vanuit het perspectief van de patiënt introduceren robots nieuwe ethische uitdagingen. Wie is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor fouten wanneer systemen een zekere mate van autonomie hebben?
Kosten
Rovers en haar team keken specifiek naar het stuk over de kosten van de gezondheidszorg. “De financiële kosten van robotsystemen zijn hoog”, onderstreept Rovers de relevantie van dit punt. “Ook is een analyse van de economische levensvatbaarheid en duurzaamheid van robots van belang. Hierbij moeten we kijken naar de specifieke organisatie en de gezondheidszorg, maar ook de impact op het milieu moeten we niet vergeten.”
Cursus
Tegelijk met deze publicatie lanceert Rovers de Surging Innovation-leerlijn. Deze komt voort uit de NWO Vici-beurs die ze in 2018 ontving. Deze cursus ontwikkelde ze vanuit haar ambitie om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van effectieve, betaalbare en waardevolle chirurgische innovaties. Rovers onderzocht betere methoden om chirurgische innovaties zo vroeg mogelijk te evalueren, ook al in de ontwikkel- en testfase. “De cursus is openbaar toegankelijk en beschikbaar voor alle innovatoren in de zorg en andere geïnteresseerden. Ik moedig iedereen aan om deze cursus te volgen zodat we innovaties op de markt brengen die van toegevoegde waarde zijn voor patiënt, zorgverlener en de maatschappij.”